Bouwval is het doldwaze bouwspel voor kinderen vanaf 6 jaar en hun familie. Stapel gekleurde blokken tot een stabiele toren terwijl grappige handicaps je uitdagen en je kind spelenderwijs concentratie en motoriek traint. Lees meer.
Bouwval is het doldwaze bouwspel voor kinderen vanaf 6 jaar en hun familie. Stapel gekleurde blokken tot een stabiele toren terwijl grappige handicaps je uitdagen en je kind spelenderwijs concentratie en motoriek traint.
Voor 2–6 spelers
Leeftijd: vanaf 6 jaar
Speelduur: ca. 15–20 minuten per ronde
Bevat stapelblokken, bouwkaarten en een bouwvergunningkaart
Sluit aan bij school (groep 3 t/m 8)
Los te spelen partyspel, geen extra set nodig
In Bouwval leren kinderen nauwkeurig kijken, kleuren en volgordes herkennen en instructies vertalen naar acties met hun handen. Ze oefenen fijne motoriek, oog-handcoördinatie en lateralisatie door met verschillende handen of vingers te bouwen. De tijdsdruk en de gekke handicaps zorgen ervoor dat kinderen leren omgaan met spanning, fouten durven maken en toch rustig blijven doorbouwen. Samen spelen, lachen en elkaar aanmoedigen staat centraal, terwijl ze ongemerkt belangrijke vaardigheden trainen.
Inhoud:
Gekleurde stapelblokken voor alle spelers
Opdrachtkaarten met torenvoorbeelden en grappige handicaps
Bouwvergunningkaart om de winnaar van elke ronde aan te wijzen
Variatie- en teamregels
Spelregels
Voorbereiding:
Geef elke speler een set gekleurde blokken en leg de bouwvergunningkaart in het midden van de tafel. Schud de opdrachtkaarten en leg ze als gedekte stapel klaar. Spreek af of jullie met alleen basisopdrachten spelen of ook met extra gekke handicaps.
Spelverloop:
Draai de bovenste opdrachtkaart open. Op de kaart staat met kleuren en pijlen hoe de toren eruit moet zien en welke handicap geldt, bijvoorbeeld bouwen met je zwakke hand of alleen met twee vingers. Zodra de kaart zichtbaar is, beginnen alle spelers tegelijk hun toren te bouwen volgens het voorbeeld. Wie denkt klaar te zijn, legt zo snel mogelijk een hand op de bouwvergunning. Daarna wordt gecontroleerd of de toren precies klopt met de kaart.
Einde van het spel:
Is de toren juist opgebouwd, dan wint die speler de opdrachtkaart. Klopt de toren niet, dan gaat de bouwvergunning naar de volgende correcte toren of blijft de kaart liggen voor een nieuwe ronde, afhankelijk van de afgesproken variant. Het spel gaat door tot een speler een vooraf afgesproken aantal kaarten heeft verzameld of tot de stapel opdrachten op is. De speler met de meeste kaarten wint.
Extra regels:
Gebruik de handicapkaarten om het spel steeds uitdagender te maken, bijvoorbeeld bouwen met één oog dicht of met beide handen tegelijk.
Speel in teams: één speler bouwt, de ander leest de opdracht en coacht zonder de toren aan te raken.
Voor jongere kinderen kun je beginnen zonder handicaps en alleen met de eenvoudigste torens, en later moeilijkere kaarten toevoegen.